|
Zaterdag 28 december 2013. Nog maar net de drukte van Kerstmis achter de rug,
rijden we met het hele gezin naar Waver, de thuisbasis van Roger Leloup.
Mijn langverwachte én allereerste ontmoeting met de auteur van de stripreeks
Yoko Tsuno. Eerst stoppen we in het centrum van Waver, waar we het
mooie fresco van Yoko Tsuno in de ruimte bewonderen.
Om 14u bellen we bij Leloups huis aan. Zijn vrouw opent de deur.
Meteen ben ik onder de indruk van deze stijlvolle dame met mooi opgemaakt kapsel -
ze zou zo uit een verhaal van Yoko Tsuno gestapt kunnen zijn.
Twee Yorkshires en een onstuimige Schotse Terriër komen ons tegemoet en vinden dadelijk
speelkameraadjes in onze kinderen. Al even enthousiast verwelkomt Roger Leloup ons zelf.
“Kom binnen,” nodigt hij ons uit. Terwijl we binnenstappen kijkt hij teder naar zijn vrouw:
“Dankzij haar heb ik dit allemaal kunnen doen.”
Anno 1986. Tien jaar was ik toen ik tijdens een namiddagje spelen bij mijn neven in hun speelgoedkast
enkele strips vond in een stijl die ik nog nooit gezien had. Het eerste verhaal dat ik vasthad,
was Yoko Tsuno's Prooi en Schaduw (nr. 12). Een strip helemaal anders dan de strips die ik kende
zoals Suske & Wiske, Nero of De Rode Ridder. Meteen werd ik gegrepen door de prachtige, levensechte
tekeningen en de intrigerende Aziatische vrouw op de cover. Ik zette me dadelijk aan het lezen.
Snel ontdekte ik album nr. 7, De Grens van het Leven. Dit nummer liet bij mij, net zoals bij veel
andere lezers, een bijna mythische indruk na. Een aangrijpend verhaal over leven en dood, dat zich afspeelde
in het Duitse stadje Rothenburg ob der Tauber, in een decor van romantische, antieke huisjes verweven met
futuristische machines. In één woord: prachtig...
Eerste Belgische fanwebsite
In het pré-informaticatijdperk, zonder iPhones of digitaal geanimeerde tekenfilms, vroeg ik als kerst-
of verjaardagscadeau de strips van Yoko Tsuno. Zo kon ik de verhalen herlezen wanneer ik dat wou.
Toen ik een tiental jaren later, in 1997, als eindwerk een website diende te maken, kwam Yoko weer naar boven.
Nu lijkt het onvoorstelbaar, maar toen was over deze stripreeks bijna niets te vinden op het prille
World Wide Web. Dus wou ik zelf een website over de reeks maken. Zo werd www.yokotsuno.be geboren.
Het is dankzij het maken hiervan, dat ik in contact kwam met Roger Leloup. Ik wou zijn goedkeuring hebben
om de website te maken, wat hij ook gaf.
Mails waren toen nog in de beginfase, dus verliep de correspondentie vaak per post.
Elke ontvangen brief van Leloup, toverde een glimlach op mijn gezicht. Ondertussen ging het leven in snel
tempo vooruit, de website yokotsuno.be groeide gestaag en ondertussen stichtte ik een gezin en kwamen er twee
kinderen bij. Nu, zoveel jaren later en de kinderen al wat ouder, besloot ik eindelijk om af te spreken met
Leloup. Mijn zwakke kennis van de Franse taal had mij hiervan altijd wat weerhouden, maar door de steun van
mijn man, die veel beter Frans spreekt, was het nu dus eindelijk zover gekomen. Daar stonden we dan op
28 december in de living van Leloup, met zijn honden rondom ons...
Kapsels en treinen
Leloup : “Mijn honden Mosquito en Whisky staan model voor de honden in de verhalen.
Newton, de zwarte Scottisch Terriër, tekende ik ook eerst zelf, maar al snel wilden mijn vrouw en ik zo
een hond kopen, dus gaven we hem dezelfde naam als de hond in de strip.”
“Kom mee,” gebaart Leloup. We gaan de trap op en we komen in het atelier waar Yoko tot leven komt.
Een bureau, met hier en daar aan de muur schetsen van Yoko, dan een doorgang naar een volgende ruimte,
waar we miniatuur treinsporen voorbij stappen, om vervolgens in de echte werkruimte terecht te komen.
De hele bovenverdieping lijkt in het teken van Yoko en treinen te staan. Een treinspoor dat over de volledige
breedte van zijn huis loopt, zelfs door een nis in de muur, komt tenslotte samen in een ingenieus netwerk
van rails en treintjes. Als een fiere jongen zet hij de trein aan.
Leloup : “Allemaal zelf uitgebouwd! Ik wou de trein ook naar de benedenverdieping laten gaan,
maar dat wil mijn vrouw niet (lacht). Soms, als de treinen aan het rijden zijn, ga ik hier in de zetel
zitten en dan lijkt het alsof ik in een trein zit. Ik val er makkelijk van in slaap (lacht).
Vanwaar die fascinatie voor treinen? Als kind woonde ik vlakbij een rangeerstation. Ik kon er uren naar de
locomotieven kijken en mocht mee kolen scheppen. Ik kwam na een dag dan letterlijk met een zwart gezicht terug
naar huis. Ze zagen mij niet graag thuiskomen als ik zo vuil was (lacht).”
Treinen spelen in enkele verhalen een grote rol, o.a. in de De Rheingold-Express (nr. 19).
Op de werkzolder ontdekken we enkele mooie klassieke poppen. Eéntje lijkt op Yoko, de andere heeft lange
blonde haren. Leloup : “De poppen helpen mij om de kapsels te tekenen. De blonde pop bijvoorbeeld voor
het haar van Mieke (zie nr. 20 - De Astroloog van Brugge). Dat ik de kapsels van mijn personages
zo zorgvuldig uitwerk, heeft zo zijn reden. Mijn vader was kapper. Als jongeman moest of mocht ik in het
kapsalon meehelpen. Jammer genoeg kreeg ik niet de jonge dames onder mijn handen, maar moest ik de haren van de
oudere vrouwen wassen (lacht). Door het werk van mijn vader besteed ik veel aandacht aan een verzorgd en
mooi uiterlijk van de stripfiguren. Mijn ouders hadden het niet breed, maar ze hebben er altijd voor gezorgd dat
er eten op tafel was en dat we op reis konden gaan, wat zeker niet vanzelfsprekend was in die tijd. Ik ben hen
daar enorm dankbaar voor.”
Leloup : “Ik herinner mij de Tweede Wereldoorlog goed. Toen deze begon was ik 7 jaar.
De spanning die er hing bij een luchtbombardement, de lucht die rood kleurde, ... Toch kreeg ik er een nieuwe
fascinatie door: vliegtuigen. Ze spelen een heel belangrijke rol in veel verhalen van Yoko.”
Leloup toont de maquette van het vliegtuig van Yoko Tsuno, ook weer zelf ontworpen en gebouwd.
“Ik laat graag miniatuurvliegtuigen in de lucht. Grote vogels komen er soms op af, cirkelen er rond of pikken er
soms zelfs naar !” Maar nu even terug naar het begin.
Yoko Tsuno
Roger Leloup werd op 17 november 1933 geboren in Verviers. Hij begon op zijn 6de te tekenen, kreeg zijn eerste
strip op tienjarige leeftijd en was geboeid door de verhalen van o.a. Jules Vernes. Na zijn middelbare school
ging hij decoratie- en reclametekenen studeren op het Institut Saint-Luc de Verviers in Luik.
In 1950 vond een ontmoeting plaats met Jacques Martin, auteur van de stripreeks Alex en al snel ging Leloup
voor Jacques Martin werken. Via Martin kwam hij in contact met Belgisch grootmeester Hergé en gedurende 15 jaar
ontwierp Leloup voor Kuifje vooral de technische tekeningen, decors, voertuigen, maar nooit personages.
Leloup : “Er zijn verschillende meningen over Hergé, maar ik heb altijd graag met hem gewerkt.
Wat ik overnam van hem, was zijn professionaliteit, om alles tot de puntjes te documenteren en uit te werken.”
In de jaren 1960 was er minder werk bij de studio van Hergé en werkte Leloup met Peyo aan een aantal albums van
“De Smurfen” en “Jakke en Silvester”. In deze periode ontstond het idee voor een Japans karakter als
personage in laatstgenoemde strip. Toen Jakke en Silvester werd stopgezet, verving Leloup de
hoofdpersonages door twee nieuwe karakters, Ben Beeld en Paul Pola.
Dit tweetal werd vervolledigd met een Japanse dame, Yoko Tsuno, die evenwel zeer snel de hoofdrol in de strip
kreeg en dus naamgever van de stripreeks werd. Vanaf 31 december 1969 werkte Leloup fulltime aan zijn eigen
serie Yoko Tsuno en verliet hij de studio's van Hergé.
Leloup : “Hergé zei me: 'Maak geen strip met een vrouw, dat werkt niet. Je mag altijd bij mij terugkomen
als het niet zou lukken', maar hij had zich vergist.
Voor het uiterlijk van Yoko inspireerde ik mij op de Japanse actrice Yoko Tani. De naam Tsuno is een plaats in
het zuiden van Japan.”
Maquettes
Nu, zoveel jaren en 26 albums later (nr. 27 in voorbereiding), werkt Leloup nog steeds helemaal alleen verder
aan zijn geliefde Yoko Tsuno. Hij vertelt hoe hij te werk gaat.
Leloup : “Eerst schrijf ik het scenario uit op mijn computer. Ik bedenk er ondertussen al beelden en
locaties bij en (ik) documenteer mij met beeldmateriaal als het over bestaande plaatsen gaat.
Daarnaast werk ik soms maquettes uit als dit me kan helpen om een tekening te maken. Hier op mijn zolderruimte
staan er verscheidene, zoals deze van het huis van Yoko zelf. Zo weet ik alles juist weer te geven in de strip
en komt alles geloofwaardig over. En zoals je ziet, Yoko en Ben slapen apart.” Ook de Chinese toren uit
De Pagode der Nevelen (nr. 23) heeft hij helemaal in een maquette uitgewerkt en staat te pronken in zijn studio.
Na deze fase begint hij de tekeningen uit te werken, in potlood en op groot formaat. Eenmaal een pagina af,
maakt hij een fotokopie en gaat vervolgens met inkt rondom alle tekeningen.
Leloup : “ Het is niet altijd makkelijk om met de losse hand overal met de inkt rond te gaan, je mag
immers geen fouten maken. Als dit klaar is, maak ik ook hier weer een fotokopie van. Dan begint het inkleuren.
De gehele strip wordt met kleurpotloden ingekleurd alvorens het ontwerp naar Studio Leonardo gaat.
Deze doen dan, op basis van mijn kleurschetsen, de definitieve inkleuring met de computer.
Vervolgens zorgt Uitgeverij Dupuis voor het drukwerk en de verdeling.”
Door zijn reizen naar Bali, China, Zwitserland, Schotland, Japan, … vindt Leloup inspiratie voor zijn verhalen.
Maar de inspiratie komt ook vaak uit Duitsland.
Leloup : “Mijn legerdienst bracht ik door in Duitsland. De stap is dan snel gezet om daar verschillende
avonturen te laten plaatsvinden. Nu ik wat ouder ben, hoeft dat vele reizen niet meer. Ik woon graag in Waver,
het is hier heel rustig, ik geniet van de tuin en de vogels die rondvliegen. De ruimtereizen van Yoko
daarentegen, zijn veel moeilijker om te tekenen, alles moet dan nog in mijn hoofd uitgevonden worden.”
Toekomst
Wie de Yoko strips leest is het al opgevallen dat er sinds De Zevende Code (nr. 24) een personage
bijgekomen is, dat blijkbaar een steeds belangrijkere plaats in de strips inneemt: de veertienjarige Emilia.
Leloup : “Yoko is mijn dochter, Emilia mijn kleindochter. Emilia is een kind van deze tijd.
Ze is brutaler, soms zelfs een beetje arrogant, maar ze heeft haar hart op de juiste plaats. Net zoals Yoko
staat ze stevig op haar eigen benen en vertoeft ze graag in de lucht met vliegtuigen. Ik heb er heel even aan
gedacht te stoppen met verhalen schrijven, maar Emilia heeft mij weer de kracht gegeven om terug met
volle moed verder te gaan.”
Gedurende de hele namiddag valt het ons op dat Leloup echt van zijn personages houdt.
Ze zijn naast zijn eigen familie, ook een familie voor hem geworden. Hij spreekt met veel liefde en passie over
zijn levenswerk, maar is ook een tikkeltje bezorgd over de toekomst.
Leloup : “Vorig jaar ben ik tijdens het kersenplukken van vier meter hoog op mijn rug gevallen.
Ik heb geluk gehad en heb er niet veel aan overgehouden. Verder heb ik door artrose een pijnlijke knie.
In tegenstelling tot Yoko word ik wel ouder, jammer genoeg.”
Maar ondanks, hij vierde recent zijn tachtigste verjaardag, hebben wij een hele namiddag een man gezien vol energie,
een grapjas met pretoogjes. Een man die ook met computers, flight simulators en tablets werkt. Maar bovenal een
heel interessante, liefdevolle en aangename man, een man die nog veel wil doen.
Leloup : “Tja, ik heb blijkbaar de reputatie geen gemakkelijke persoon te zijn, maar dat is niet zo.
Omdat ik zoveel tijd wil doorbrengen met het tekenen van mijn strips, vind ik al het andere daar rond tijdverlies.
Gaan signeren of naar evenementen gaan, het is wel leuk, maar ik spendeer mijn tijd liever met het afwerken van
een verhaal. Omdat ik dan nee zeg op deze uitnodigingen, krijg ik de reputatie van een solitaire man te zijn.
En strips maken, je wordt er niet rijk van. Ik werk zeventig uur per week en het is veel en hard werken.
Je moet het echt doen met je hart. We gaan niet zo vaak op restaurant, maar we komen rond en ik kan doen wat
ik altijd al wou doen.”
De populariteit van de strip weerspiegelt zich in de vele brieven per post en mail die Leloup krijgt. Hij toont
fier een pak fanbrieven. De brieven komen van overal en uit binnen- en buitenland.
Leloup : “Ja, ik krijg ook heel veel brieven van Vlamingen. Jammer dat ik de taal niet spreek. Wij woonden
dichter bij de Duitse grens, dus heb ik Duits geleerd, maar ik ben heel blij met mijn Nederlandstalige fans. Ik
waardeer hun brieven en ze zijn altijd heel vriendelijk”.
Een van de honden komt de trap op. Leloup : “Jij mag hier niet komen hé (lacht)”.
Leloups vrouw komt naar boven om de hond terug te halen en brengt nog lekkere koekjes en thee mee. We sluiten
een prachtige namiddag af. Leloup gaat mee tot aan onze auto. Het is ondertussen al donker en hij bedankt ons
voor de namiddag, maar het zijn vooral wij die hém willen bedanken.
Dankjewel Roger Leloup om ons met Yoko Tsuno te laten dromen van andere werelden, om onze eigen planeet vanop
afstand te bekijken en ze zo beter te leren waarderen. Om ons verwondering voor wetenschap en techniek bij te
brengen. Om Yoko's charmante karakter als voorbeeld voor ogen te houden en om ons te leren respectvol met
anderen om te gaan.
Ilse Coppieters
www.yokotsuno.be
Met dank aan Gert Cornelis voor revisie
Copyright Ilse Coppieters, Roger Leloup 2014. Alle rechten voorbehouden.
Geen aanpassingen zonder voorafgaande toestemming.
|
|